uitspanning
Nederlands
Woordafbreking
- uit·span·ning
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van uitspannen met het achtervoegsel -ing [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitspanning | uitspanningen |
verkleinwoord | uitspanninkje | uitspanninkjes |
Zelfstandig naamwoord
uitspanning v [2]
- gelegenheid waar men even bij kan komen en wat genieten (van een hapje of een drankje), pleisterplaats, herberg
Gangbaarheid
- Het woord uitspanning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitspanning' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.