uitschelden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitschelden    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /'œytsxɛldə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈœtsxɛldə(n)/
Woordafbreking
  • uit·schel·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitschelden
(NL) /'œytsxɛldə(n)/
(VL) /'œtsxɛldə(n)/
schold uit
(NL) /sxɔlt 'œyt/
(VL) /sxɔlt 'œt/
uitgescholden
(NL) /'œytɣəsxɔldə(n)/
(VL) /'œtʝəsxɔldə(n)/
klasse 3 volledig

Werkwoord

uitschelden

  1. overgankelijk iemand met scheldwoorden bewerken
    • Hij scheldt me uit voor lelijke aap. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitschelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.