uitleven
Nederlands
Woordafbreking
- uit·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en leven ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitleven |
leefde uit |
uitgeleefd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
uitleven
- wederkerend zich ~ (op): een verlangen tot verzadiging kunnen botvieren
- Hij leefde zich daar helemaal op uit.
Vertalingen
1. een verlangen tot verzadiging kunnen botvieren
Gangbaarheid
- Het woord uitleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitleven' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.