uitbranden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uitĀ·branĀ·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitbranden
brandde uit
uitgebrand
zwak -d volledig

Werkwoord

uitbranden [1] [2] [3]

  1. onovergankelijk zo volledig afbranden dat alleen de muren resten
  2. overgankelijk (medisch) met vuur of een gloeiend voorwerp behandelen van wonden
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitbranden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.