twist

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twist
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ruzie’ voor het eerst aangetroffen in 1237 [1] [2] [3] [4]
enkelvoud meervoud
naamwoord twist twisten
verkleinwoord twistje twistjes

Zelfstandig naamwoord

twist m

  1. een langdurig geschil
    • Hopelijk kan die twist nu eindelijk bijgelegd worden. 
  1. een dans uit de jaren 1960
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord twist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Werkwoord

vervoeging van
twisten

twist

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van twisten
  2. gebiedende wijs van twisten

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
twist twists

Zelfstandig naamwoord

twist

  1. draai, draaiing
vervoeging
onbepaalde wijs to twist
he/she/it twists
verleden tijd twisted
voltooid
deelwoord
twisted
onvoltooid
deelwoord
twisting
gebiedende wijs twist

Werkwoord

twist

  1. draaien, verdraaien
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.