verdraaien
Nederlands
Woordafbreking
- ver·draai·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verdraaien |
verdraaide |
verdraaid |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verdraaien
- overgankelijk door draaien in een andere stand brengen
- Hij had de knop een stukje verdraaid om de temperatuur wat te verhogen.
- overgankelijk door draaien beschadigen
- Hij had zijn enkel wat verdraaid en liep een beetje te hinken.
- overgankelijk de stem ~ opzettelijk trachten de stem onherkenbaar te laten klinken
- Hij had zijn stem voor de grap verdraaid maar zijn moeder herkende hem meteen.
Gangbaarheid
- Het woord verdraaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verdraaien' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.