tuindeur
Nederlands
Woordafbreking
- tuin·deur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tuin en deur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuindeur | tuindeuren |
verkleinwoord | tuindeurtje | tuindeurtjes |
Zelfstandig naamwoord
tuindeur v/m
- een deur die toegang geeft tot de tuin
- De inbrekers kwamen via de tuindeur naar binnen.
Gangbaarheid
- Het woord tuindeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tuindeur' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.