trouwpak
Nederlands
Woordafbreking
- trouw·pak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trouw ww en pak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trouwpak | trouwpakken |
verkleinwoord | trouwpakje | trouwpakjes |
Zelfstandig naamwoord
trouwpak o
- (kleding) een bruidegomskostuum dat aan de trouwdag wordt gedragen
- De bruidegom gaat op de dag van zijn huwelijk meestal gekleed in een speciaal trouwpak of trouwkostuum.
Vertalingen
1. een bruidegomskostuum dat aan de trouwdag wordt gedragen
Gangbaarheid
- Het woord trouwpak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'trouwpak' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.