trouwfeest
Nederlands
Woordafbreking
- trouw·feest
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trouw ww en feest
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trouwfeest | trouwfeesten |
verkleinwoord | trouwfeestje | trouwfeestjes |
Zelfstandig naamwoord
trouwfeest o [1]
- het feest dat gehouden wordt ter gelegenheid van de huwelijksvoltrekking
- „Deze jongeren zijn groot gebracht met de sociale traditie. Ze hebben dat volledig geïnternaliseerd. Ze zijn opgegroeid met de verhalen over de bruiloften, de beelden van de Turkse tv. De Turkse meisjes willen ook zo’n mooie jurk en een feest met heel veel gasten.’ Hoe groter, hoe beter, lijkt vaak het devies bij de trouwfeest. „Het heeft alles met status en aanzien in de gemeenschap te maken. Die sociale controle is enorm. Er wordt veel gekletst.” [2]
Gangbaarheid
- Het woord trouwfeest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'trouwfeest' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.