troeteldier
Nederlands
Woordafbreking
- troe·tel·dier
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van troetel ww en dier zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | troeteldier | troeteldieren |
verkleinwoord | troeteldiertje | troeteldiertjes |
Zelfstandig naamwoord
troeteldier o
- geliefkoosd gezelschapsdier
- (speelgoed) namaakbeest van zacht materiaal dat kinderen graag tegen zich aan houden
- (figuurlijk) persoon die onevenredig veel positieve aandacht van iemand krijgt
- (figuurlijk) project dat onevenredig veel positieve aandacht van iemand krijgt
Gangbaarheid
- Het woord troeteldier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'troeteldier' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.