toog

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toog
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘soutane’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1] [2] [3] [4] [5]
enkelvoud meervoud
naamwoord toog togen
verkleinwoord toogje toogjes

Zelfstandig naamwoord

toog m [6] [7] [8] [9] [10]

  1. (kleding) ambtskleed voor misdienaars en geestelijken, soutane [11]
  2. tapkast
  3. (bouwkunde) dubbele segmentboog [12]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
tijgen

toog

  1. enkelvoud verleden tijd van tijgen
    • Ik toog. 
    • Jij toog. 
    • Hij, zij, het toog. 

Gangbaarheid

  • Het woord toog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.