tooghanger
Nederlands
Woordafbreking
- toog·han·ger
Zelfstandig naamwoord
tooghanger m
- iemand die vaak in het café zit
- Ik hoorde deze grap van een politiek onverdachte tooghanger, nota bene op de avond van 9 oktober zelf, in een drukbeklant café, waar iedereen nerveus door elkaar heen praatte over de electorale godenschemering die zojuist over ons gevallen was. [1]
Gangbaarheid
- Het woord tooghanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tooghanger' herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Barnard, B. "Vogelen met het volk. Het Vlaams Blok en de val van Antwerpen" in: NRC Handelsblad jrg. 25 nr. 30 (4 november 1994); p. 21 (CS 3) kol. 1; geraadpleegd 2018-06-18
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.