tonium
Nederlands
Woordafbreking
- to·ni·um
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende afleiding van Oudgrieks τόνος (tónos) "wat uitrekt" met het achtervoegsel -ium dus: "tijdperk van uitrekking", wat slaat op het supercontinent Rodinia dat uiteindelijk uit elkaar viel; naam voorgesteld door een subcommissie van de IUGS in 1988[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tonium | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
tonium o
- (geologie) geologisch tijdperk met het oudste supercontinent, eerste periode van het neoproterozoïcum, van 1000 tot 720 miljoen jaar geleden
- Het tonium was de oudste periode van de era neoproterozoïcum en werd gevolgd door het cryogenium.
Hyperoniemen
- periode (geologie)
- neoproterozoïcum
Gangbaarheid
- Het woord 'tonium' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Harland, W.B. e.a. A Geologic Time Scale 1989 (1990) Cambridge University Press, Cambridge; ISBN 9780521387651; p. 17; geraadpleegd 2016-01-24
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.