toevalstreffer
Nederlands
Woordafbreking
- toe·vals·tref·fer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van toeval en treffer met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toevalstreffer | toevalstreffers |
verkleinwoord | toevalstreffertje | toevalstreffertjes |
Zelfstandig naamwoord
toevalstreffer m
- een succes dat met meer geluk dan wijsheid is verkregen
- Met een enorme invasiemacht van 13 oorlogsschepen met zo'n 1300 man proberen de Hollanders Macau te veroveren. De Portugezen zijn niet tegen zo'n invasiemacht opgewassen, maar een toevalstreffer met een kanon afgeschoten door een Jezuïtische priester raakt de buskruitvoorraad van de Hollanders die daarop definitief afdruipen.
Gangbaarheid
- Het woord toevalstreffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'toevalstreffer' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.