toevalstreffer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·vals·tref·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toevalstreffer toevalstreffers
verkleinwoord toevalstreffertje toevalstreffertjes

Zelfstandig naamwoord

toevalstreffer m

  1. een succes dat met meer geluk dan wijsheid is verkregen
    • Met een enorme invasiemacht van 13 oorlogsschepen met zo'n 1300 man proberen de Hollanders Macau te veroveren. De Portugezen zijn niet tegen zo'n invasiemacht opgewassen, maar een toevalstreffer met een kanon afgeschoten door een Jezuïtische priester raakt de buskruitvoorraad van de Hollanders die daarop definitief afdruipen. 

Gangbaarheid

  • Het woord toevalstreffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.