toespelen
Nederlands
Woordafbreking
- toe·spe·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van toe en spelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toespelen |
speelde toe |
toegespeeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
toespelen
- Zorgen dat iemand iets krijgt vaak op een wat slinkse manier
- Zij speelden elkaar de beste baantjes toe.
- zinspelen op, een toespeling maken, alluderen [1]
Gangbaarheid
- Het woord toespelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'toespelen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.