tipgeld
Nederlands
Woordafbreking
- tip·geld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tip zn en geld zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tipgeld | tipgelden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
tipgeld o
- financiële beloning voor een inlichting of aanwijzing
- Burgerinfiltranten hoeven ook niet te hopen dat ze rijk zullen worden. Ze krijgen hoogstens een kleine vergoeding. ‘Ons land heeft niet de gewoonte tipgeld uit te reiken’, zegt het kabinet. ‘Bovendien blijkt uit het buitenland dat hoe lager het tipgeld is, hoe betrouwbaarder zo’n infiltrant te werk gaat.’[1]
- De regering loofde 1 miljoen euro tipgeld uit voor informatie die naar de daders leidt.[2]
Gangbaarheid
- Het woord tipgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tipgeld' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Standaard 23 NOVEMBER 2017
- Tubantia 04-DECEMBER-2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.