tiara

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ti·a·ra
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘hoofdtooi’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1630 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord tiara tiara's
verkleinwoord tiaraatje tiaraatjes

Zelfstandig naamwoord

tiara v/m

  1. een soort kroon met de vorm van een meestal half-cirkelvormige band.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tiara staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.