theïsme
Nederlands
Woordafbreking
- the·is·me
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘een geloof in God’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
- afgeleid van het Griekse θεος 'theos' (God) met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | theïsme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
theïsme o [3]
- (religie) (filosofie) levensbeschouwing die uitgaat van het bestaan van één of meer bestaande goden
Hyponiemen
- henotheïsme, pantheïsme, polytheïsme, tritheïsme
Gangbaarheid
- Het woord theïsme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.