polytheïsme
Nederlands
Woordafbreking
- po·ly·the·is·me
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘veelgodendom’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
- uit het Grieks [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | polytheïsme | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
polytheïsme o
- Het polytheïsme van de oudheid is genereus en tolerant. Lokale goden krijgen hun plaats naast die van de overheerser; ze worden ermee geassocieerd, zelfs geïdentificeerd. In Palmyra was alles hybride. Niet dat ik IS verdenk van veel historisch inzicht, maar hun ideologie die monolithische zekerheid en van elke nuance losgezongen zuiverheid nastreeft, kon niet anders dan Palmyra afwijzen en vernietigen. [3]
- In dat opzicht valt er iets te zeggen over algemene factoren die gewelddadigheid eerder bevorderen dan wel afremmen. Monotheïsme is gevaarlijker dan polytheïsme - voor de God van de ander is geen plaats. Het leidt snel tot rechtlijnige almacht, terwijl een Olympus vol goden veeleer in een verdeling der machten, en dus een machtsevenwicht resulteert. [4]
Gangbaarheid
- Het woord polytheïsme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- "polytheïsme" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- polytheïsme op website: Etymologiebank.nl
- de Standaard VRIJDAG 6 JANUARI 2017
- Volkskrant Thomas von der Dunk 14 januari 2011
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.