terugvlucht
Nederlands
Woordafbreking
- te·rug·vlucht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van terug bw en vlucht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | terugvlucht | terugvluchten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
terugvlucht v/m
- de terugreis met een vliegtuig
- De Brabantse Jessica Wilford (32) werkte als tropenarts voor Artsen Zonder Grenzen. Op de laatste dag van haar missie in Nepal is het helaas misgegaan. Tijdens een helikoptervlucht in 2015 kwam Jessica om het leven toen haar helikopter neerstortte tijdens de terugvlucht. 14 mrt. 2018[1]
- Paus Franciscus hield Barros eerder deze maand de hand boven het hoofd omdat bewijzen voor diens betrokkenheid ontbraken. Hij verontschuldigde zich tijdens de terugvlucht naar Rome wel voor zijn woordkeus.[2]
Antoniemen
- heenvlucht
Werkwoord
vervoeging van |
---|
terugvluchten |
terugvlucht
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugvluchten
- ... dat ik terugvlucht.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugvluchten
- ... dat jij terugvlucht.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugvluchten
- ... dat hij terugvlucht.
Gangbaarheid
- Het woord terugvlucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'terugvlucht' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Telegraaf 14 mrt. 2018 Louise herdenkt haar in Nepal verongelukte zusje
- de Telegraaf 18 feb. 2018 Gezant paus hoort verhaal slachtoffer misbruik
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.