terminator
Nederlands
Woordafbreking
- ter·mi·na·tor
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Latijnse "terminator" (begrenzer)
- Naamwoord van handeling van termineren met het achtervoegsel -ator [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | terminator | terminatoren terminators |
verkleinwoord | terminatortje | terminatortjes |
Zelfstandig naamwoord
terminator m
- (astronomie) overgangsgebied tussen licht en donker op een planeet of maan
- Bij het eerste of laatste kwartier van de maanfasen verdeelt de terminator de maan in twee gelijke delen.
- (informatica) karakteristieke reeks bits in een informatiestroom die aangeeft dat die stroom wordt afgesloten
- (biologie) (genetica:) een karakteristiek gen dat een sequentie afsluit
Synoniemen
- [1] dag-nachtgrens, schemerzone
Vertalingen
1. licht-donkergrens
Gangbaarheid
- Het woord terminator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.