schemering
Nederlands
Woordafbreking
- sche·me·ring
Zelfstandig naamwoord
schemering v
- de tijd van de dag waarop het licht dan wel donker wordt
- Tijdens de schemering heb je de beste kans reeën te zien.
Verwante begrippen
- halfdonker, schemer, schemerdonker
Hyponiemen
- avondschemering, godenschemering, maanschemering, morgenschemering, ochtendschemering, tegenschemering, zomerschemering
Afgeleide begrippen
- schemeringscirkel, schemeringsdier, schemeringsgordel, schemeringsschakelaar, schemeringsstraal
Vertalingen
1. de tijd van de dag waarop het licht dan wel donker wordt
Gangbaarheid
- Het woord schemering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schemering' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.