tentharing
Nederlands
Woordafbreking
- tent·ha·ring
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tent en haring
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tentharing | tentharingen |
verkleinwoord | tentharinkje | tentharinkjes |
Zelfstandig naamwoord
tentharing m [1]
- haring voor het vastzetten van de scheerlijnen van een tent, meestal een metalen pen, echter in zand kan men beter de variant van hout gebruiken
Gangbaarheid
- Het woord tentharing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tentharing' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.