tegenvoeter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·gen·voe·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘iem. die aan de andere kant van de aarde woont’ voor het eerst aangetroffen in 1624 [1]
  • Samenstellende afleiding van tegen en voet met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord tegenvoeter tegenvoeters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tegenvoeter m

  1. iemand die aan de tegenovergestelde zijde van de wereld leeft
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tegenvoeter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.