tegenin
Nederlands
Uitspraak
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | tegenin | |
persoonlijk | ertegenin | |
aanwijz. | nabij | hiertegenin |
veraf | daartegenin | |
vragend/betrekk. | waartegenin |
Woordafbreking
- te·gen·in
Bijwoord
tegenin
- prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord: zich tegen iets verzettend
- Hij ging er niet tegenin.
Opmerkingen
- Als voorzetsel in de regel gescheiden: Tegen de wind in.
Vertalingen
1. zich tegen iets verzettend
Gangbaarheid
- Het woord 'tegenin' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tegenin' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.