tarmac

Nederlands
Uitspraak
  • Geluid:  tarmac    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈtɑrmɑk /
Woordafbreking
  • tar·mac
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tarmac -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

tarmac o

  1. (verkeer) benaming voor een soort wegdek, oorspronkelijk bestaand uit een gewalst mengsel van steenslag en teer; toen later in plaats van teer asfalt gebruikelijk werd, werd daarvoor soms dezelfde benaming gebruikt
    • Voor u ergens op bezoek gaat, wordt uw reisweg door stads- en gemeentebesturen nauwkeurig bestudeerd. In ijltempo krijgen de wegen en de straten waarover u straks zult rijden een nieuw laagje tarmac. [2]
  2. (luchtvaart) verharde oppervlak voor vliegtuigen op een vliegveld
    • Hoe prozaïsch, hoe weinig metafysisch is de grenservaring van de asielzoeker die strandt op Schiphol, die even zijn voeten mag warmen op de drempel van een ander leven, maar al snel op zijn half opgewarmde voeten wandelen gestuurd wordt, het tarmac op, het vliegtuig in. [3]
  2. (luchtvaart) (figuurlijk) vliegveld, als plaats waar iets gebeurt
    • ‘Ik zie haar trouwens morgen op het vliegveld wanneer ze naar Brussel komt.’ Merkel kwam inderdaad naar Brussel voor de EVP-top van 16 en 17 juni in Meise. En incognito hebben Verhofstadt en Merkel elkaar op het tarmac ontmoet. [4]
Verwante begrippen

Gangbaarheid
  • Het woord tarmac staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
23 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. tarmac op website: Etymologiebank.nl
  2. Broeck, W. van den "Uit ‘Brief aan Boudewijn’" in: Septentrion. jrg. 16 nr. 1 (1987) Stichting Ons Erfdeel, Rekkem; p. 13; geraadpleegd 2019-01-12
  3. Vitse, S. "Boeken. ‘Spinazie is spinazie.’ Proza in blik van Tom Lanoye" in: Dietsche Warande en Belfort. jrg. 152 nr. 3 (juni 2007) MER, Gent; p. 519; geraadpleegd 2019-01-12
  4. Martens, W. De memoires: luctor et emergo. 2e druk (2006) Lannoo, Tielt; ISBN 9789020965209; p. 730; geraadpleegd 2019-01-12

Engels
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈtɑːmæk /
Woordafbreking
  • tar·mac
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkorting van tarmacadam, een samenstelling van tar en macadam (afkomstig van de naam van een proces voor wegbedekking uitgevonden door de Schot John McAdam)
enkelvoud meervoud
tarmac tarmacs

Zelfstandig naamwoord

tarmac

  1. tarmac, asfalt, bitumen, teerasfalt
  2. (luchtvaart) landingsstrook, start- en landingsbaan
  3. (luchtvaart) taxibaan
  4. (luchtvaart) platform
Synoniemen
vervoeging
onbepaalde wijs to tarmac
he/she/it tarmacs
verleden tijd tarmacked
voltooid
deelwoord		 tarmacked
onvoltooid
deelwoord		 tarmacking
gebiedende wijs tarmac

Werkwoord

tarmac

  1. overgankelijk macadamiseren
  2. [[luchtvaart|eng}} (van vliegtuigen) wachten in de wachtpositie op de platform of de taxibaan
Synoniemen
  • [1]: macadamise
  • [1]: macadamize
  • [1]: pave
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.