macadam
Nederlands
Woordafbreking
- ma·ca·dam
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘wegverharding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1838 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | macadam | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
macadam m / o [3]
- (verkeer) een type zeer open wegverharding van drie lagen steenslag
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- macadamweg
Gangbaarheid
- Het woord macadam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'macadam' herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.