tankkaart

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tank·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tankkaart tankkaarten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tankkaart v/m

  1. kaart waarmee een werknemer op de kosten van de werkgever kan tanken
    • Justitie was een onderzoek begonnen naar Laloux, omdat hij een tankkaart zou hebben misbruikt als wethouder van Namen. Hij tankte veel meer dan wethouders was toegestaan.[1] 
    • Het kabinet spreekt andere landen er wel altijd op aan als hun diplomaten zich hier misdragen. ook wordt de belastingvrije tankkaart geblokkeerd van diplomaten die meermaals de wet overtreden.[2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tankkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 19-04-2008 Belgische staatssecretaris neemt ontslag
  2. Tubantia Hans van Soest 10-01-17 Diplomaten zijn nog steeds starre wanbetalers
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.