tankkaart
Nederlands
Woordafbreking
- tank·kaart
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tanken ww en kaart zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tankkaart | tankkaarten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
tankkaart v/m
- kaart waarmee een werknemer op de kosten van de werkgever kan tanken
- Justitie was een onderzoek begonnen naar Laloux, omdat hij een tankkaart zou hebben misbruikt als wethouder van Namen. Hij tankte veel meer dan wethouders was toegestaan.[1]
- Het kabinet spreekt andere landen er wel altijd op aan als hun diplomaten zich hier misdragen. ook wordt de belastingvrije tankkaart geblokkeerd van diplomaten die meermaals de wet overtreden.[2]
Gangbaarheid
- Het woord tankkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tankkaart' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Reformatorisch Dagblad 19-04-2008 Belgische staatssecretaris neemt ontslag
- Tubantia Hans van Soest 10-01-17 Diplomaten zijn nog steeds starre wanbetalers
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.