tanken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tanken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtɑŋ.kə(n)/
Woordafbreking
  • tan·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tanken
tankte
getankt
zwak -t volledig

Werkwoord

tanken

  1. inergatief: het brandstofreservoir vullen
    • Er werd eerst nog even getankt en daarna gingen ze op weg. 
  1. overgankelijk: het reservoir met een bepaalde brandstof vullen
    • Als je mijn auto neemt, vergeet dan niet dat je diesel moet tanken. 
  1. inergatief: veel drinken
  2. overgankelijk: veel van een bepaalde drank drinken
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord tanken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.