tactisch
Nederlands
Woordafbreking
- tac·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘m.b.t. tactiek’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afgeleid van tact met het achtervoegsel -isch [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tactisch | tactischer | |
verbogen | tactische | tactischere | |
partitief | tactisch | tactischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
tactisch
- de beschikbare middelen op doeltreffende wijze inzettend
- Dat was een erg tactische zet van hem.
- Gevaarlijke rivalen voor Waylon. Niet dat deze windkracht 8-ballade nou zo verheffend is, maar Roemenië overleefde alle halve finales waaraan het ooit deelnam. Tactisch verdeelde stemkracht waarschijnlijk, die zelfs een act vol gemaskerde etalagepoppen naar de eindstrijd helpt. [3]
Hyponiemen
- chemotactisch, fonotactisch, hypotactisch, stereotactisch
Gangbaarheid
- Het woord tactisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tactisch' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "tactisch" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- tactisch op website: Etymologiebank.nl
- Tubantia exalting AD strooit met sterren: hoge scores voor Australië, Zweden én Waylon
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.