succes
Nederlands
Woordafbreking
- suc·ces
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘welslagen’ voor het eerst aangetroffen in 1690 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | succes | successen |
verkleinwoord | succesje | succesjes |
Zelfstandig naamwoord
succes o
- het slagen van een opzet
- Wikipedia is een doorslaand succes geworden.
Hyponiemen
- kassucces, schijnsucces
Afgeleide begrippen
- succesboek, succesfactor, succesnummer, successtory, succesverhaal, succesvol
Uitdrukkingen en gezegden
- succes boeken
Vertalingen
1. het slagen van een opzet
Gangbaarheid
- Het woord succes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'succes' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.