stuurhut
Nederlands
Woordafbreking
- stuur·hut
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stuur en hut
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stuurhut | stuurhutten |
verkleinwoord | stuurhutje | stuurhutjes |
Zelfstandig naamwoord
stuurhut v/m
- Van een binnenschip: de plaats waarvandaan het schip wordt bestuurd. Cockpit (vliegtuig), Cabine (trein),
- In de zeevaart wordt de stuurhut het stuurhuis genoemd, dat gewoonlijk op de brug zit.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord stuurhut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stuurhut' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.