stumble

Engels
Uitspraak
Woordafbreking
  • stum·ble
Woordherkomst en -opbouw
  • Oorsprong waarschijnlijk Scandinavisch.
Naar frequentie 5211
vervoeging
onbepaalde wijs to stumble
he/she/it stumbles
verleden tijd stumbled
voltooid
deelwoord		 stumbled
onvoltooid
deelwoord		 stumbling
gebiedende wijs stumble

Werkwoord

stumble

  1. struikelen
  2. strompelen
Synoniemen
  • [1-2]: trip
  • [1-2]: trip up
  • [1-2]: slip up
  • [2]: dodder
  • [2]: hobble
Afgeleide begrippen
  • stumble across
  • stumble against
  • stumble on
  • stumble over
  • stumble upon
  • stumbling block
Uitdrukkingen en gezegden
  • to stumble upon something by accident
toevallig over iets vallen
  • to stumble at a straw
  • to stumble in a speech
  • to stumble into a circle
  • idiom to stumble on one's words
  • to stumble upon a clue
enkelvoud meervoud
stumble stumbles

Zelfstandig naamwoord

stumble

  1. faux pas, misstap, struikeling
  2. fout
  3. vergissing
  4. blunder, bok, flater, miskleun, uitglijder
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.