stuiten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stuiten (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈstœʏ̯.tə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈstœː.tə(n)/
Woordafbreking
- stui·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stuiten |
stuitte |
gestuit |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
stuiten
- overgankelijk een beweging tot staan brengen
- De aanval werd door een katachtige duik van de doelman gestuit.
- Hij verliest zijn evenwicht, rent als vanzelf nog een paar meter door en stuit dan op het lichaam van de oude Grisonnier, wiens onverwachte dood het vertreksein was geweest voor deze laatste slachtpartij. [4]
- ergatief door botsing in omgekeerde richting gaan bewegen
- De bal stuitte tegen de muur.
Hyponiemen
- afstuiten, opstuiten, terugstuiten, verstuiten
Typische woordcombinaties
- [2] stuiten op
Uitdrukkingen en gezegden
- [2] tegen de borst stuitenweerzin oproepen
Spreekwoorden
- [1] De vooruitgang is niet te stuiten.Men moet verandering aanvaarden.
Vertalingen
1. een beweging tot staan brengen
De vooruitgang is niet te stuiten.
|
op iets stuiten
|
Gangbaarheid
- Het woord stuiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stuiten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "stuiten" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- stuiten op website: Etymologiebank.nl
- stuiten op website: Etymologiebank.nl
- Lemaitre, Pierre "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 19
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.