struikgewas
Nederlands
Woordafbreking
- struik·ge·was
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van struik en gewas
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | struikgewas | struikgewassen |
verkleinwoord | struikgewasje | struikgewasjes |
Zelfstandig naamwoord
struikgewas o
- (plantkunde) Een groep van bij elkaar staande struiken
- De bal verdween in het struikgewas.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord struikgewas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'struikgewas' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.