struikgewas

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • struik·ge·was
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord struikgewas struikgewassen
verkleinwoord struikgewasje struikgewasjes

Zelfstandig naamwoord

struikgewas o

  1. (plantkunde) Een groep van bij elkaar staande struiken
    • De bal verdween in het struikgewas. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord struikgewas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.