stroman
Nederlands
Woordafbreking
- stro·man
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘iem. die voor een ander handelt’ voor het eerst aangetroffen in 1908 [1]
- samenstelling van stro en man [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stroman | stromannen |
verkleinwoord | stromannetje | stromannetjes |
Zelfstandig naamwoord
stroman m
- (politiek) persoon die niet voor zichzelf, maar als werktuig voor een ander handelt, bv. iemand die bij transacties zijn naam leent (katvanger) of in de politiek een 'leider' die slechts de jure aan de macht is (marionet), terwijl de werkelijke macht berust bij iemand anders
- van stro gemaakte pop, vogelverschrikker
Gangbaarheid
- Het woord stroman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stroman' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.