marionet
Nederlands
Woordafbreking
- ma·ri·o·net
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘pop’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1692 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marionet | marionetten |
verkleinwoord | marionetje | marionetjes |
Zelfstandig naamwoord
marionet v/m
- een pop die hangt aan een aantal draden en daarmee bespeeld kan worden
- De kinderen zaten ademloos te kijken naar een spel met marionetten.
- iemand in een belangrijke functie die klakkeloos doet wat machthebbers van hem verlangen
- Na de inval in Tsjechoslowakije in '68 werd de regering daar vervangen door een stel marionetten van het Kremlin.
Gangbaarheid
- Het woord marionet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'marionet' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.