strandjutter
Nederlands
![](../I/m/Beachcomber_gathering_wreckage.jpg)
strandjutter in actie
Woordafbreking
- strand·jut·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van strand zn en jutter zn [1]
- Naamwoord van handeling van strandjutten met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strandjutter | strandjutters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
strandjutter m [2]
- (beroep) iemand die aangespoelde voorwerpen van het stand haalt (/steelt)
- Perry’s talenten zijn talrijk: ze doet geweldige dingen met haar alwetende verteller, ze heeft een vurig kloppend hart voor de natuur in Essex en schrijft met bezieling over het water, de mist, de strandjutters. Het verhaal heeft vaart, maar tegelijk neemt Perry de tijd om te vertellen.[3]
- Norman MacDonald, een strandjutter uit West Mabou, aan de Oostkust van Canada, vond de fles met de opmerkelijke inhoud: de as van een overleden man, 25 Canadese dollar en een briefje dat door een van zijn kinderen is geschreven.[4]
Vertalingen
1. iemand die aangespoelde voorwerpen van het strand haalt
Gangbaarheid
- Het woord strandjutter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'strandjutter' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- strandjutter op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 28 JULI 2017
- Tubantia 10-JANUARI-17
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.