stralend

Nederlands

vrouw met stralend licht gekroond
Uitspraak
  • Geluid:  stralend    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /stralənt/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈstralənt/
Woordafbreking
  • stra·lend

Werkwoord

vervoeging van
stralen

stralend

  1. onvoltooid deelwoord van stralen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen stralendstralenderstralendst
verbogen stralendestralenderestralendste
partitief stralendsstralenders-

Bijvoeglijk naamwoord

stralend

  1. straling (zoals bijvoorbeeld zichtbaar licht) afgevend
    • Met kernenergie gaan we een stralende toekomst tegemoet, en zonder kernenergie trouwens ook. 
  1. zonnig
    • Het was een stralende zomerdag. 
  1. blij
    • Het stralende bruidje was het middelpunt van het feest. 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord stralend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.