stempelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stem·pe·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stempelen
stempelde
gestempeld
zwak -d volledig

Werkwoord

stempelen

  1. overgankelijk iets van een zichtbare opdruk voorzien middels een stempel
    • Zijn paspoort werd gestempeld en daarna mocht hij het land binnen. 
  1. inergatief een uitkering gaan halen
    • Hij heeft enige tijd gestempeld maar hij is nu weer aan het werk. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stempelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.