acuñar

Spaans
stamtijd
infinitief verleden
tijd		 voltooid
deelwoord
acuñar
acuñaba
acuñado
volledig

Werkwoord

acuñar

Woordafbreking
  • a·cu·ñar
  • overgankelijk
  1. munten, munten slaan
  2. vatzetten (met wig)
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.