spreekuur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spreek·uur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spreekuur spreekuren
verkleinwoord spreekuurtje spreekuurtjes

Zelfstandig naamwoord

spreekuur o

  1. de tijd waarin een hulpverlener patiënten te woord staat
    • Als je hier morgen nog last van hebt kan je maar beter op het spreekuur van je huisarts langsgaan. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spreekuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.