spitsuur
Nederlands
Woordafbreking
- spits·uur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spits en uur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spitsuur | spitsuren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
spitsuur o
- (verkeer) de tijd van de dag dat de drukte op de weg het grootst is
- Tijdens de spitsuren wordt de vluchtstrook opengesteld voor verkeer.
- topdrukte
- Momenteel is het spitsuur in de winkel.
Gangbaarheid
- Het woord spitsuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spitsuur' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.