spioneren

Nederlands

Uitspraak

Geluid: spioneren (hulp, bestand)

Woordafbreking

spi·o·ne·ren

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van het Franse espionner (met het achtervoegsel -eren) [1]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
spioneren	spioneerde	gespioneerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

spioneren

inergatief voor concurrentie of vijand geheime informatie trachten te verwerven

- Er wordt zowel door regeringen als door bedrijven gespioneerd.

Synoniemen

beloeren, bespieden, bespioneren, spieden, verspieden

Synoniemen

gluren

Afgeleide begrippen

gespioneer, spionage

Vertalingen

1. voor concurrentie of vijand geheime informatie trachten te verwerven

Engels: spy ^(en), peep ^(en) (upon)
Frans: espionner ^(fr)

Spaans: acechar ^(es), espiar ^(es)

Gangbaarheid

Het woord spioneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spioneren' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Wiktionnaire

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.