beloeren

Nederlands

Uitspraak

Geluid: beloeren (hulp, bestand)

Woordafbreking

be·loe·ren

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van loeren met het voorvoegsel be-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
beloeren	beloerde	beloerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

beloeren [1]

overgankelijk heimelijk kijken naar

Synoniemen

belodderen (verouderd)[2]

Verwante begrippen

bespieden, bespioneren, spieden, spioneren, verspieden
gluren

Afgeleide begrippen

beloering

Vertalingen

1.

Engels: spy ^(en)

Spaans: acechar ^(es), espiar ^(es)

Gangbaarheid

Het woord beloeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beloeren' herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.