spindel
Nederlands
Woordafbreking
- spin·del
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘spinklos’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1917 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spindel | spindels |
verkleinwoord | spindeltje | spindeltjes |
Zelfstandig naamwoord
spindel m
- een klos waarop de katoen- of vlasdraad wordt gewonden.
- Zij was bezig met het winden van draad aan een spindel.
- (techniek) een as, meestal met cd's en dvd's.
- In de techniek wordt vaak een spindel gebruikt om cd's en dvd's in op te bergen.
Vertalingen
1. een klos waarop de katoen- of vlasdraad wordt gewonden
Gangbaarheid
- Het woord spindel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spindel' herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen. |
Zweeds
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- spin·del
Naar frequentie | 7837 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | spindel | spindeln | spindlar | spindlarna |
genitief | spindels | spindelns | spindlars | spindlarnas |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.