speelbal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • speelĀ·bal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord speelbal speelballen
verkleinwoord speelballetje speelballetjes

Zelfstandig naamwoord

speelbal m [1]

  1. (spel) bal waarmee gespeeld wordt
  2. (figuurlijk) willoos, weerloos slachtoffer
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord speelbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.