spaargeld

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spaar·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spaargeld spaargelden
verkleinwoord spaargeldje spaargeldjes

Zelfstandig naamwoord

spaargeld o

  1. (financieel) het deel van iemands kapitaal dat bewaard wordt voor de toekomst
    • Wie in een van de afgelopen vijftien jaren minder dan 1,2 procent rendement haalde over zijn spaargeld of vermogen, doet er verstandig aan naar de rechter stappen om belasting terug te vragen[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spaargeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.