spaan
Nederlands
Woordafbreking
- spaan
Zelfstandig naamwoord
spaan v / m [3]
- spaander
- stukje metaal (of ander materiaal), verwijderd bij een verspanende bewerking
- (huishouden) houten gereedschap bestaande uit een blad met steel
Hyponiemen
|
|
|
Afgeleide begrippen
- spaanbreedte, spaanbreker, spaander, spaanhout, spaanloos, spaanperser, spaanplaat, spaanvlecht
Gangbaarheid
- Het woord spaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spaan' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.