smiecht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smiecht
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘smeerlap’ voor het eerst aangetroffen in 1899 [1]
  • wellicht van smiegen "stiekem handelen"[2][3][4]
enkelvoud meervoud
naamwoord smiecht smiechten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

smiecht m

  1. (scheldwoord) bedrieglijk persoon
    • De smiecht had hem van een Moldavisch grietje afgetroggeld.[5] 
  1. (scheldwoord) schoft, smeerlap
    • Een vuile smiecht. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • smiechterig

Gangbaarheid

  • Het woord smiecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
28 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.